Monday, September 24, 2007

De epidemische kinderwens des mensen of het mysterieuze appeal van de voortplanting

De kinderwens, waar iedereen vroeg of laat mee te kampen krijgt, instinctief of bewust, heb ik altijd zo vreemd en egoïstisch gevonden. Het leven heeft me nooit kostbaar genoeg geschenen om door te geven aan wezentjes die er toch goddomme niet voor kiezen. Ik begon er eigenlijk pas bewust over na te denken op het moment dat moederlijke gevoelens alle andere emoties van mijn generatiegenotes begonnen te onderdrukken, en ik die hormonale evolutie niet mee beleefde. Pasgeboren kindjes werden door deze toekomstige moeders op veel ge-o en ge-a en ge-ik-wil-ook onthaald , en ik snapte de heisa niet. Bewijzen dat vrouwenlichamen niet gemaakt zijn om kinderen uit te persen laat ik aan Nederlandse cabaretières, maar dat ik in de middelbare school flauwviel tijdens een documentaire over een bevalling, zag ik als een onheilspellend teken. Toen een kersverse vader zonder aankondiging een tupperware pot onder mijn neus duwde, ik er belangstellend in keek omdat ik chocoladecake verwachtte, en ik integendeel geconfronteerd werd met de diepgevroren placenta van zijn eerstgeborene, kwam mijn maag opnieuw in opstand. Ik zag snel van alle eventuele plannen tot voortplanting af.

Een van de weinige personen van wie ik het functioneel zal achten dat hij zich voortplant, omdat sommige genen nu eenmaal te kostbaar zijn om verloren te laten gaan, vatte het prachtig samen: “ik wil zo graag invloed hebben op zo’n kleine”. Kernwoorden: “ik” en “invloed”. En toen daagde het dat ik óók een kinderwens heb, dat die zich alleen anders manifesteert. Wanneer ik op zoek ben naar een taal om mijn verhaal in te vertellen, dat in geen enkel opzicht verschilt van alle andere verhalen die allang bestaan, is het ook “ik” die “invloed” wil hebben. En dat is het enige wat wij mensen ooit echt kunnen willen: invloed te hebben. Iets te zijn.

Er heerst een enorme creatiedrang bij mensen, iedereen wil zich zo graag zo uitdrukkelijk aanwezig stellen dat het soms schrijnend wordt. Schrijven, schilderen, beeldhouwen, componeren, het is allemaal niet meer dan een substituut-voortplanting. Mensen die geen kinderen willen, zijn altijd mensen die zich op een andere manier willen manifesteren, die zichzelf willen doorgeven door te schrijven of iets gelijksoortig. Nooit zijn we tevreden met de enorme hoeveelheden aan boeken, muziek, beelden en wat dan ook waarop we naar hartelust kunnen parasiteren zonder ooit een verveeld moment te hebben waarin zelf iets creëren strikt noodzakelijk wordt, omdat alles wat bestaat is opgebruikt. Zelfs al richt je al je passie en leergierigheid slechts op één marginaal onderdeel van de wereld, zoals – ik zeg maar wat – de Nederlandse poëzie, dan nog ben je nooit klaar, in geen dertig mensenlevens kom je rond met je zoektocht naar kennis en begrip. En toch voelen we op zeker ogenblik allemaal de drang om er nog iets aan toe te voegen, om te bewijzen dat we het ook kunnen: iets maken. Het is die ongelofelijke angst om te verdwijnen zonder enig spoor, die zelfs bestaat bij mensen die niets liever willen dan te verdwijnen zonder spoor, hoe ongerijmd ook. We voelen allemaal de innere Notwendigkeit iets gedaan te hebben, invloed te krijgen op anderen, voort te leven al is het maar in de gedachte van één iemand. En waarom? Omdat parasiteren geen brood op de plank brengt, noch menselijke warmte in je bed.

Het is overigens een menselijke behoefte die nu meer dan ooit tevoren bodem krijgt. De democratie heeft haar hemel bereikt in de vorm van het internet. Iedereen die iets maakt, kan het nu ook kwijt; en kan het tonen aan anderen, die natuurlijk ook weer iets hebben gemaakt. Er zijn momenten dat ik blij ben dat het nu helemaal democratisch is. Op andere momenten vind ik dat iemand ons moet beschermen tegen het exhibitionistische narcisme waarvan we zo gemakkelijk slachtoffer worden. Iedereen komt sowieso in de verleiding om iets te maken, maar nu is er geen enkele grens meer tussen maken en delen. Vroeger was die grens er wel. En soms denk ik dat het beter was.

No comments: