Friday, April 25, 2008

Lost in IBW

Voorheen moeten we vrij normale mensen zijn geweest. Divers ook. Maar nu valt nog moeilijk te achterhalen waarover we praatten voordat we bibliothecarissen werden. Uniforme bibliothecarissen, dat zijn we, die grapjes maken over de check digit van ISBN-nummers, omdat we dat nu kunnen berekenen, en daar erg opgetogen over zijn (o – O!); die weten wat de taak van de bibliotheek is ten tijde van de oliecrisis; die onder de banken clandestiene XML-handleidingen uitwisselen. Dat is er van ons geworden. Informatie. Documentatie. Bibliotheek. Ik zie nog net hoe ook ik verdwijn in een wereld die aaneen hangt van bits en books en bytes, een wereld die streeft naar volmaakte structuur in de vorm van een databank waar niet aan te tornen valt, een wereld die alles bewaart en dat efficiënt doet, een wereld die comfortabeler is dan die van literatuur. Voila, daar heb je het al.

Monday, April 21, 2008

deconstructie en de ontnuchterende eenvoud van IBW

Postmoderne literatuurwetenschappers - de specialisten van fraai verwoorde leegte - hebben de mond vol van deconstructie. De boekwetenschapper doet het met blote handen.

Wednesday, April 2, 2008

vaderschap

Trotse ouders: hoera, they still disgust me!


Ik weet de occasioneel voorkomende esthetiek van het mannelijke lichaam zeker te waarderen. Wanneer ik in de trein een welgevormd manspersoon opmerk, ga ik me dan ook strategisch pal tegenover hem plaatsen. Schone blauwe ogen, een ruwe stoppelbaard, volmaakte tanden en een sympathieke tot zelfs schattige glimlach: met zo'n panorama kan een meisje zich wel zoet houden tijdens de lange treinreis.


Maar dat is buiten het vaderschap gerekenend!


Van zodra ik me met mijn inmiddels legendarische elegantie neerpoef op zo'n viezige nmbszetel, begint het vaderschap prompt tegen zijn minder welgevormde kameraad te emmeren over zijn “happy family”, in díe woorden. Zijn verse zoon van zes maanden kan al bijna op zijn poep zitten – o zo schattig – en herkent zijn papa wanneer die thuiskomt. De kleine nieuwe mens kijkt dan erg blij en het vadertje vertederd. “Dát... is het liefste wat er is”, voegt de jongeman eraan toe. En hoe zijn frisse echtgenote met het ding omgaat... “jaja, one happy family”, herhaalt hij dromerig.


De ontroering maakt van zijn sympathieke glimlach een slijmspoor. De schone blauwe ogen gaan twinkelen bij de gedachte aan de thuiskomst. Het vaderschap spuit langs elke porie van zijn lichaam naar buiten. En ik denk: haal een bakje! Ik moet overgeven!